door Jan D. Swart

De gemeenteraad is gevraagd om het Actieplan Middenhuur aan te passen, zodat er 1800 middensegment koopwoningen kunnen worden gerealiseerd. Het verzoek komt van de VVD zelf, met steun van Leefbaar.

De achterliggende reden is dat er volop woningzoekenden zijn met een middeninkomen die liever een huis kopen dan huren, omdat ze hiermee veelal lagere woonlasten hebben dan voor een vergelijkbare huurwoning en vermogen kunnen opbouwen.

Bovendien bestaat bij middensegment koopwoningen het risico dat die door de prijsontwikkeling in de verhitte woningmarkt snel duurder worden en daarmee niet meer tot het middensegment behoren.

Zo’n 13 procent van de Rotterdamse huishoudens heeft een middeninkomen. Zij hebben een bruto-inkomen tussen de 37.000 en 55.000 euro per jaar. Het gaat daarbij onder meer om politieagenten, onderwijzers en verpleegkundigen. 

In september zijn er al stevige maatregelen door het stadsbestuur ingevoerd om het middensegmentkoop te behouden voor de stad door onder andere het invoeren van een zelfbewoningsplicht en een anti-speculatiebeding.

De Rotterdamse VVD zwichtte onder vooral de sterke drang van de Partij van de Arbeid en de SP, die alle onroerend goed investeerders kortzichtig onder één noemer samenvat: huisjesmelkers. Ze kopen massaal interessante nieuwbouw op om die vervolgens door te verhuren. Maar voor particuliere investeerders is dat vaak bittere noodzaak omdat hun vermogen bij de banken geen rente meer geeft en per 1 januari zelfs geld kost. Het is hun kostwinning. Tot dat inzicht zijn de dieprode partijen in Rotterdam nog niet gekomen.